Tijdens 5S worden items die niet nodig zijn voorzien van een rood label, waarna ze van de werkvloer of uit een kantoor worden verwijderd.
De rode labels kunnen worden vastgemaakt aan gereedschap, apparatuur en voorraden. Gelabelde items worden in een opslaggebied geplaatst, waar wordt bekeken of ze andere doelen kunnen dienen binnen een vestiging of bedrijf. De objecten waarvoor geen alternatief te vinden is, worden weggegooid. Rood labellen helpt de eerste S van 5S uit te voeren: het scheiden van benodigde en overbodige items.