De operationele beschikbaarheid is het deel van de tijd dat een machine goed functioneert op het moment dat zij nodig is, uitgedrukt in procenten. De bezettingsgraad is het deel van de tijd binnen een bepaalde periode (shift, dag enzovoorts) die een machine wordt gebruikt om iets te maken.
Het gebruik van een auto illustreert het verschil tussen de twee termen. De operationele beschikbaarheid van de auto is het percentage van de tijd dat de auto goed werkt wanneer hij nodig is. De bezettingsgraad is het percentage van de tijd per dag dat er daadwerkelijk in de auto wordt gereden.
Lean denkers gebruiken het onderscheid tussen de twee termen om een valkuil te illustreren in het traditionele denken over efficiëntie. Vanuit een Lean perspectief is een hoge bezettingsgraad niet per se wenselijk. Of de bezettingsgraad goed of slecht is, hangt af van de vraag of de apparatuur precies produceert wat er nodig is (goed) of overproduceert (slecht). De ideale operationele beschikbaarheid is daarentegen 100 procent, omdat die aangeeft hoe goed een machine werkt op het moment dat zij nodig is.